Clarus
Laure Haud’huyze
Master Interieurarchitectuur
2024— 2025
studio
Re-use of Modernist Buildings
promotoren
Sara Eloy
De centrale hal van het Clarissenklooster met uitzicht op de binnentuin en de bar.
De bar van het hotel met blauwe keramische tegels en blauw staal.
Zithoek bij de bar met metalen boekenrek als scheidingswand voor meer privacy.
Het restaurant dat toegankelijk is voor het publiek.
De binnentuin van het klooster omgevormd tot plaats om te ontspannen.
Clarus
In het groene noorden van Turnhout krijgt het voormalige Clarissenklooster een nieuw leven als Clarus: een hotel voor fietsers en wandelaars. Een heldere en eigentijdse plek, ontworpen voor mensen die onderweg zijn, maar ook willen thuiskomen. Clarus is meer dan een verblijfplaats, het is een architecturale vertaling van rust, eenvoud en ritme. Hier begint een verhaal van respectvolle transformatie, geworteld in modernisme en de kracht van subtiliteit.
Het voormalige Clarissenklooster, gelegen in het groene noorden van Turnhout, krijgt een nieuw leven als hotel voor fietsers en wandelaars. Een helder en eigentijds hotel, ontworpen voor mensen die onderweg zijn, maar ook willen thuiskomen.
Clarus, Latijn voor “helder”, verwijst zowel naar de levensstijl van de oorspronkelijke bewoners, de Clarissen, als naar de architecturale eenvoud en rust die het gebouw uitstraalt. Het ontwerp respecteert de bestaande modernistische structuur en vertaalt deze naar een nieuwe hedendaagse typologie van gastvrijheid.
In plaats van contrast werd gekozen voor continuïteit: het bestaande ritme van ramen, wanden en structuren werd behouden en versterkt. De heldere vormentaal, opgebouwd uit horizontale en verticale lijnen, ondersteunt oriëntatie en rust. De ontwerpkeuzes zijn geworteld in het modernisme en de principes van De Stijl: heldere lijnen, primaire kleuren, functionele vormen en een ritmische opbouw.
Het interieur is opgebouwd uit pure materialen, rode baksteen, beton en stalen structuren, een voortzetting van de modernistische gedachtegang. Het meubilair is functioneel, zonder ornament maar vol karakter. Een subtiele verwijzing naar het principe form follows function. Elke ruimte, van bar tot restaurant, ademt eenvoud en sereniteit.
Door subtiele ingrepen en een sterk respect voor de bestaande structuur ontstaat een architectuur die rustgevend werkt. Met Clarus wordt het klooster opnieuw een plek van bezinning, niet religieus maar architecturaal.